top of page

In het frans kun je de toekomst met twee vormen aanduiden 

 

Futur proche 

De vorm is niet te lang in de toekomst en het is minder net 

 

Je maakt de futur proche met he

 

Een vorm van aller en het hele werkwoord 

Herhaal dus het onregelmatige werkwoord aller 

 

Hier een voorbeeld 

 

Je vais regarder un film = ik ga een film kijken 

Tu vas un film= jij gaat een film kijken 

Il/ elle/ on va = hij/zij/men gaat/gaan een film kijken 

Nous allons un film= wij gaan een film kijken 

Vous allez un film= jullie gaan een film kijken 

Ils/elles vont un film= zij gaan een film kijken 

 

Je hebt ook de futur siple 

Deze vorm hebben we niet in het Nederlands dus het is niet goed te vertalen als Fransen over de futur praten bedoelen ze deze regel. Deze regel word ook vaker gebruikt dan de futur proche

 

Deze regel gebruik je bij iets verder weg en bij bijvoorbeeld een formele brief 

 

Je maakt de future simple met het helewerkwoord met de uitgangen van het werkwoord avoir 

 

Je regarderai un film = ik ga een film kijken

Tu regarderas un film= jij gaat een film kijken

Il/elle regardera un film = hij/zij gaat een film kijken

On regardera un film= men gaat een film kijken 

Nous regarderons un film= wij gaan een film kijken

Vous regarderez un film= jullie gaan een film kijken

Ils/elles regarderont un film= zij gaan een film kijken

 

Het is een taal dus er zijn helaas uitzonderingen

De volgende worden zijn daar een van. Die worden op een andere manier vervoegt

 

Etre = je serai

Avoir = je aurai

Faire = je ferai

Aller = je irai

Pouvoir = je pourrai

Vouloir= je voudrai 

Venir= je viendrai

Devoir = je devrai

 

Dit was de uitleg als je nog vragen mail ons dan! 

We leggen het graag uit

©fransoefen 

bottom of page